The Chain (Fleetwood Mac)

9 augustus 2017 - Santa Fe, New Mexico, Verenigde Staten

Eerst een rondje hardlopen door het dorp vol Earthships. Taos ligt op ongeveer 2000 meter hoogte en dat merk ik gelijk aan mijn adem als ik berg op moet rennen. Maar earthshiphet uitzicht over de Mesa van Taos met de tientalen fantasierijke Earthships maakt veel goed. De plaatselijke zeepmaker vertelt ons dat in de jaren zeventig de bedenker van de Earthships toevallig in Taos woonde (men zegt op vlucht voor de overheid woonde hij in de woenstijn en leefde van gevangen slangen en hazen). Hij vroeg zich af of er met afval van mensen niet een huis te bouwen is dat helemaal zelfvoorzienend kan zijn. Hij is begonnen te bouwen met 1 huis in Taos en dat werd uiteindelijk deze verzameling woningen. Inmiddels heeft hij over de hele wereld aanhangers en worden (ook in Nederland) Earthships gebouwd. Helmaal zonder gas, bezine of andere hulpbronnen. En dat allemaal in het land van Trump. T’is maar goed dat hij niet weet hoe Huge, very Huge, very very Huge dit kan gaan worden.

Na een douche en een lekker “Frenche Boule” van de plaatselijke bakker rijden we Rionaar Orilla Verde, een natuurpark aan de Rio Grande. Het laatste deel van de weg gaat stevig bergop. De regen van afgelopen dagen heeft diepe sporen nagelaten, dus het is goed zoeken waar ik met onze Corolla kan rijden zonder de bodem te raken.

Langs de Rio Grande lopen we in de bloedhitte een mooie trail om uiteindelijk een uitzicht te krijgen over die machtige Rio Grande. Het is een soort Grand Cayon in het klein. 240 meters diep uitgesleten slingert de Rio door het landschap van Colorado naar de grens met Mexico (met de Big, Big very Big Wall). Wij dalen af tot halverwege dipete van de gorge. We zijn (bijna) alleen Rio 2en het uitzicht is prachtig. De rivier loopt vanaf hier helemaal door tot Texas en Mexico. Tenminste, dat deed ‘ie. Er wordt nu zoveel water aan de Rio onttrokken voor landbouw, dat enkele honderden kilometers verderop de rivier soms helemaal droog ligt.

Dan rijden we terug naar Taos voor onze lunch bij Farmhouse Cafe and Bakery. Maar vlak voor Taos valt ons oog op een industrieterrein waar een groot grauw pand staat met een logo van “Taos Drums”. Daaronder staat “factory outlet”. We geven een ruk aan het stuur naar links en TaosDrumhobbelen met veel stof achter ons aan het zandpad op wat leidt naar het fabriekspand. We lopen langs een aantal Tipis en zien beneden aan de weg mannen druk zagen (en uithollen) van boomstammen. Eenmaal binnen zien we een ruimte vol trommels en andere Indianen-snuisterijen.

We lopen wat rond en verwonderen ons over de drums, soms zo groot als een tractorwiel.

Een oud vrouwtje van ongeveer 1 meter 35 treedt ons tegemoet en vraagt netjes of we alles kunnen vinden, of we wat zoeken, etc. We vertellen dat we uit Nederland komen (“oh nice”), dat we een beetje rommelen in de muziek en nog wat aanverwante wetenswaardigheden.

Even laten zie ik door een deuropening de fabriek en kijk naar binnen. Er is maar 1 man aan het werk, aan zijn uiterlijk te zien een Indiaan/Native Amerikaan (je herkent ze gelijk aan hun ontblote roodbruime bovenlijf, verentooi, suede paardrijbroek, zwarte vlechten, pijl en boog, gekleurde strepen op de wang......neee, niet echt). Hij is bezig natte vellen over trommels aan het spannen. Hij groet mij vriendelijk (“Ugh”....neee niet echt).

Ik roep Robbie om haar de inkijk in de fabriek te laten zien. Dan komt de vriendelijke oude dame van 1,35 meter aangelopen. Ze lacht minzaam, ze is wat van plan. “Ik zal tromjullie iets bijzonders laten zien” en ze loopt met ons de grote fabriekshal in. Ineens staan we naast een trommel van zeker 2, 5 meter breed en 2 meter hoog. Helemaal gemaakt uit 1 uitgeholde boomstam en bespannen met vellen van 2 complete herten. “Deze trommel is eigendom van Mick Fleetwood van Fleetwood Mac” zegt ze. “Mick bestelde al zijn Indian Drums bij ons. 20 jaar geleleden kwam hij binnen met het verzoek om de grootst mogelijk trommel te maken. Zo gezegd, zo gedaan”. Mick heeft de trommel netjes betaald en hij staat nog steeds in de fabriek. De reden? Mick woont op Hawaii en het klimaat daar is allesbehalve geschikt voor dit soort trommels. Robbie krijgt een slagstok in de hand en mag een paar flinke klappen op de trommel geven. Een prachtig diep geluid vult de ruimte. Met het verhaal in je achterhoofd denk je toch dat je Mick er een beetje in hoort.

Dan krijgen we uitleg over de trommels, de fabriek en de vellen door de mini-host en de vellenspanner.  Sommige van de drums van het bedrijf wegen honderden kilo’s en kosten duizenden dollars. Veel van de grote trommels worden gebruikt als koffietafels.

"Een trommel is een trommel is een trommel - het is bedoeld om gebruikt te worden, het is niet alleen een item dat op de muur of de vloer moet worden bekeken." Zegt de mini-host. “We hopen dan altijd dat de kopers kleinkinderen op bezoek krijgen, die een stok pakken en beginnen de slaan op de koffietafel”, ze lacht ondeugend als ze het zegt.

De vriendelijke vellenspanner vertelt dat hij de huiden wast, ze spant op gevoel en dan de huiden te drogen en krimpen legt. Hij maakt er per jaar 20.000 en er is er niet 1 die hetzelfde klinkt. Er werken ongeveer 40 man in de fabriek. Alle “niet-Natives” werken op kantoor, verkoop en boekhouding. Voor het spannen van de vellen worden alleen Native-Amerikanen ingehuurd, omdat zij als enige aan een vel kunnen voelen hoe hij gespannen moet worden zodat deze een mooie klank oplevert.

Dan worden we nog meegenomen naar het magazijn om de honderden trommels in de opslag te bewonderen. “De helft maken we in opdracht, de andere helft komt in het magazijn en gaat door naar gerenomeerde muziekzaken over de hele wereld.” We nemen vriendelijk afscheid van onze mini-host. Weer wat wijzer lopen we de fabriek uit, waar mannen nog steeds enorme boomstammen staan uit te boren.

BakeryDoor naar Farmhouse Cafe en Bakery in Taos. Op een idyllisch veldje vol bloemen, kunst, vijvertjes en windvanen ligt de boerderij annex cafe. Een alternatief tentje, met verdomd lekker eten (barleysoup met paddestoelen).

We brengen nog een bezoekje aan de plaatselijk telecasterbouwer (is helaas gesloten) en de zeepmakerij (die weer eigendom is van gitaar1 van de bewoners die ons wegwijs maakte de eerste dag en bij ons in de “straat” woont in ook een zelfgebouwde Earthship) en kijken vanaf de brug nog een keer de 240 meter gevaarlijke diepte in van de Rio Grande. Wel fijn dat naast het uitkijkpunt op de brug een praatpaal staat, waar je een knopje kan indrukken waarmee je nog iemand aan de lijn krijgt alvorens je besluit van de brug af te springen. Ja aan alles is gedacht.....Robbie vindt het maar vreemd dat je eerst nog zo iemand gaat bellen als je van de brug af wilt duiken.

https://www.youtube.com/watch?v=O6P2_i0Y6ms

.

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

1 Reactie

  1. Roel K:
    10 augustus 2017
    Mooi verhaal weer, keep 'm coming!